zaterdag 13 december 2008

Turdus iliacus


Een nadrukkelijke bons op de ruit doet vermoeden dat een mens of dier bij ons naar binnen wil. Het blijkt een koperwiek die zijn mislukte entree heeft bekocht met een gebroken nek. Ik neem het warme lijfje in mijn hand en zie nog juist het oogje breken in het stralend winterlicht van de laagstaande zon. Een lijster op de vlucht voor sneeuw en snijdende kou in Noorwegen heeft zich doodgevlogen om te sterven in mijn hand in Nederland. De hand waarmee ik schrijf. Met nu de warmte erin uit dat vogellijf. Mijn writersblock, een energievraagstuk, is opgelost. Ik ben weer terug. Ik ga weer los. Mijn gevleugelde vriend is niet vergeefs verongelukt.

1 opmerking:

Anoniem zei

Hoopvol via netto-bruto naar Jacob's blog. En ja, hoor, eindelijk! Zo mooi. Meer, meer, meer.